2306 De Weg van Wat? en Hoe?
Thuis-sesshin
Zaterdag 1 t/m vrijdag 7 juli
Je kunt iedere andere week kiezen als dat beter uitkomt.
Zen-beoefenen is het
voortdurend aanwezig zijn in dit moment.
De Weg van het ‘Wat en Hoe’?
Zen is niet gebonden aan enige vorm of
plaats van liggen, zitten staan of lopen.
Zen-beoefenen is continu ervaren ‘Wat en Hoe’ je aanwezig bent.
Dag indeling: Doe bij het ontwaken een paar adem oefeningen.
S ’morgens en s ’avonds: 10 á 20 min mediteren.
Ieder moment kun je jezelf de vraag stellen: "’Wat’ is het dat hier ligt, zit, staat of loopt …..?”
De vraag opent je innerlijke aanwezigheid. Ga geen antwoorden zoeken of geven.
Realiseer je slechts ‘Hoe’ je erbij ligt, zit, staat of loopt.
Oef 1. Adem in en uit, dag en nacht.
Wakker worden: Een winterse stilte is nog diep aanwezig in alle poriën.
Adem in en uit.
Realiseer je dat je bent zoals je nu bent.
Realiseer je waar je bent
en wat de situatie is.
Vraag: Wat is het dat nu ademt ?
Oef 2. Liggen. Geen winter en nog geen lente.
Volledig in rust lig je ergens. Ademhalen vult langzaam je bestaan met beelden.
Helder aanwezig verschijnt alles nog zoals het is.
Geen reactie, geen afwijzen of aangaan.
Vraag: Wat is het dat opkomt en weggaat bij het
ademhalen ?
Oef 3. Zitten in
zazen. Als een
boom in de lente.
Je zit nog
volledig in rust.
Verlangens
en wensen borrelen op.
Vraag: Wat is het dat stil is en laat
gebeuren ?
Oef 4. Staan. Geen lente en nog geen zomer.
Geladen en nog in rust.
Afstemmend op de omgeving.
Kijkend, luisterend, ruikend, proevend en voelend.
Vraag: Wat is het dat verbinding zoekt ?
Oef 5. Staan of Lopen. De zomer zoemt in alle vormen.
Zacht bewegend, wild waaiend.
In en uitstromend, geen houden aan.
Vraag:Wat is het dat open barst ?
Oef 6. Lopen, in beweging. Volop zomer en de herfst rijpt.
Vooruit en achteruit, links en rechts af.
Geven en nemen, aanpassen en veranderen.
Vraag: Wat is het dat mee gaat én tegen de stroom
ingaat ?
Oef 7. De Stilte in liggen, zitten, staan en lopen.
¨Leven is een
fase en dood is een fase, zoals
bijvoorbeeld winter en lente.
Maar wij denken
niet dat de winter lente wordt, noch zeggen wij
dat lente zomer wordt.¨
(Dogen in
Genjokoan)
De herfst heeft zijn verleden en toekomst.
Winter, lente en zomer zijn één in de herfst.
Liggen, zitten en staan zijn één in het lopen.
Vraag: Wat is het dat beweegt ?