Voorschriften Theravada
De 5, 8 en 10
voorschriften in de Theravada Traditie.
5 voorschriften.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vijf_Voorschriften
De vijf voorschriften of pañca-sila (ongeveer
uitgesproken als pantsjasiela) is de fundamentele ethische code van het boeddhisme, nageleefd door de leken-boeddhisten. De term pancasila komt uit het Pali en betekent "de Vijf Regels of Voorschriften van
Deugdzaamheid". Zoals alle aspecten van de boeddhistische Dhamma of leer worden de vijf voorschriften eerder
gezien als iets logisch dan als afkomstig van het bovennatuurlijke. De vijf voorschriften worden gevolgd uit vrije wil,
niet omdat ze wordt opgelegd door bovennatuurlijke of wereldlijke autoriteiten.
De
vijf voorschriften luiden als volgt:
1 - Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van
het doden van levende wezens.
2 - Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van
het nemen van dat wat niet gegeven is.
3 - Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van
seksueel wangedrag.
4 - Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van
incorrect spreken.
5 - Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van
het gebruik van verdovende middelen als alcohol en drugs, welke leiden tot
onachtzaamheid.
Als iemand formeel boeddhist wordt, neemt hij
zich in een kleine ceremonie voor om de vijf voorschriften na te volgen. Deze
ceremonie wordt door een bhikkhu geleid. Als iemand een van de vijf voorschriften breekt
en zich daarover schuldig voelt of graag zijn intentie opnieuw wil vastleggen,
kan hij in een soortgelijke ceremonie de vijf voorschriften voor zichzelf
herbevestigen. Binnen het Tibetaans boeddhisme wordt
door leken geen eed afgelegd en wordt er vaak gezegd, dat niet-monniken beter
geen eed mogen zweren, aangezien een
eed breken erger is dan een eed niet afleggen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Patimokkha
De patimokkha dient elke volle en lege maan gereciteerd te worden in de boeddhistische tempels of
kloosters waar vier of meer monniken (of vier of meer nonnen) verblijven. De
patimokkha wordt dus elke 14 of 15 dagen gereciteerd, vaak in een speciaal
gebouw wat ook wel het Uposatha-gebouw genoemd
wordt. Het kan echter ook in een gewoon gebouw of in de open lucht gereciteerd
worden. Alle monniken die in de tempel verblijven dienen bij de recitatie
aanwezig te zijn. De recitatie van de patimokkha is een van de activiteiten die
op de Uposatha dagen uitgevoerd dient te
worden. Vóór de recitatie
dienen de monniken en nonnen hun overtredingen van de regels van de patimokkha
aan een andere monnik of non kenbaar te maken (biecht), waarmee zij voor de meeste regels weer puur
zijn (geen overtredingen hebben die niet opgebiecht zijn). Voor de sanghadisas en
de nissaggiya
pacittiyas moeten er echter in het geval van een overtreding
nog verdere handelingen of procedures gevolgd worden. Iemand met een
overtreding van een parajika regel
kan zijn overtreding niet rechtzetten en is door zijn overtreding automatisch
geen monnik (of bhikkhu) meer. Hij kan dus ook niet de recitatie van de
patimokkha bijwonen daar dit slechts voor bhikkhus is.
8 voorschriften.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Acht_Voorschriften
De Acht Voorschriften (Pali: atthasila)
zijn een meer ascetische vorm van de Vijf Voorschriften en
vormen zo een aanvulling op de basis-moraliteit voor leken in het boeddhisme. Vrijwillig en
tijdelijk. De Acht Voorschriften worden op vrijwillige basis
ondernomen, vaak op tijdelijke basis. Veel leken ondernemen de Acht Voorschriften een dag per
week, op de Uposatha. Zij kleden zich dan ook in
het wit, wat symbool staat voor puurheid. De voornaamste reden voor het
ondernemen van de Acht Voorschriften is dat het het leven eenvoudiger en simpeler
maakt, en bevorderlijk is voor de ontwikkeling van meditatie. Vrouwen (voornamelijk in Thailand)
die een religieus leven willen leiden hebben geen mogelijkheid om non te
worden en kiezen daarom vaak ervoor om de Acht Voorschriften op permanente
basis te ondernemen. In Thailand worden deze vrouwen Mae Chiis genoemd.
Er zijn ook tempels waar slechts Mae Chiis verblijven. Meestal echter verblijven
zij in normale kloosters waar voornamelijk bhikkhus wonen.Soms ondernemen oudere vrouwen die niet meer werken en al
hun kinderen opgevoed hebben, de Acht Voorschriften voor langere tijd en
blijven dan gewoon thuis wonen bij hun volwassen kinderen. Zij doen dit vaak
tot aan hun dood. Bij de Acht Voorschriften wordt het derde voorschrift
van de Vijf Voorschriften vervangen
met een striktere versie, en worden daarnaast drie extra voorschriften (de
laatste drie) toegevoegd.
De
Acht Voorschriften zijn:
1 - Ik onderneem de training van het niet doden van
levende wezens.
2 - Ik onderneem de training van het niet nemen van
wat aan anderen toebehoort (niet stelen).
3 - Ik
onderneem de training van het afzien van al het seksueel gedrag.
4 - Ik onderneem de training van het niet liegen of de
onwaarheid spreken.
5 - Ik onderneem de training van het niet consumeren
van middelen die de geest bedwelmen (drugs, tabak en alcohol).
6 -
Ik onderneem de training van het niet eten op de foute tijd (de foute tijd is
van het middaguur tot het ochtendgloren).
7 -
Ik onderneem de training van het niet bezoeken van shows en gelegenheden van
vermaak en het niet dragen van lichamelijke versieringen en parfums.
8 -
Ik onderneem de training van het niet gebruiken van een hoge en comfortabele slaapplaats.
10 voorschriften.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tien_Voorschriften
De Tien Voorschriften (Pali: dasasila)
zijn de voorschriften die de overgang van leek naar monnik in het boeddhisme kenmerken.
Het zijn de voorschriften die door de samanera (Pali:
novice-monnik) en samaneri (Pali:
novice-non) gevolgd dienen te worden. De Tien Voorschriften bevat de regels die de Acht Voorschriften die
basis-niveau van moraliteit combineren met een lichte versie van ascese.
De zevende regel
van de Acht Voorschriften wordt daarbij opgesplitst in twee regels, zodat de
eerste tot en met de negende regel van de Tien Voorschriften in feite dezelfde
zijn als de acht regels van de Acht Voorschriften. Daarnaast echter is er een extra regel die het gebruik van geld en goud
ontoelaatbaar maakt. Iemand die de Tien Voorschriften volgt kan dus zelf geen
geld verdienen of gebruiken en is daardoor voor zijn levensonderhoud totaal
afhankelijk van de giften van leken, en dat maakt zijn leven meer dat van een monnik dan dat
van een leek. Daar de Tien Voorschriften slechts aan novice-monniken
gegeven worden, gaan de Tien Voorschriften samen met een verandering in
uiterlijk; het hoofd wordt kaalgeschoren en men gaat de traditionele
kledij van de bhikkhus
en Bhikkhunis
dragen. Iemand die de Tien Voorschriften volgt is echter geen
bhikkhu of bhikkhuni, en hoeft zich niet aan alle regels van de vinaya
en de patimokkha
te houden. Het wordt echter vaak wel van de novices verwacht dat ze zich houden
aan sommige van deze regels van de vinaya en de patimokkha. Soms worden de Tien Voorschriften gebruikt als
voorbereiding op het leven als bhikkhu of bhikkhuni: voordat men de ordinatie
als monnik of non kan ontvangen moet men eerst een
jaar 'trainen' met de Tien Voorschriften.
De Tien Voorschriften zijn:
1 - Ik onderneem de training van het niet doden van
levende wezens.
2 - Ik onderneem de training van het niet nemen van
wat aan anderen toebehoort (niet stelen).
3 - Ik onderneem de training van het afzien van al het
seksueel gedrag.
4 - Ik onderneem de training van het niet liegen of de
onwaarheid spreken.
5 - Ik onderneem de training van het niet consumeren
van middelen die de geest bedwelmen (drugs en alcohol).
6 - Ik onderneem de training van het niet eten op de
foute tijd (de foute tijd is van het middaguur tot het ochtendgloren).
7 - Ik
onderneem de training van het niet bezoeken van shows en gelegenheden van
vermaak.
8 - Ik
onderneem de training van het niet dragen van lichamelijke versieringen en
parfums.
9 - Ik onderneem de training van het niet gebruiken
van een hoge en comfortabele slaapplaats.
10 - Ik
onderneem de training van het niet gebruiken van goud en zilver