ThuiskomenOnvoorwaardelijkheid
ThuiskomenZomer 2018
Verlangen naar
onvoorwaardelijkheid.
‘Op het eenworden
met die grond, dáár komt het op aan’, schreef Graf Karlfried von Dürkheim .
‘Het dragende, de alles doorstromende eenheid van het leven, waar ons gewone
bewustzijn ons van scheidt. Dit terug te vinden is de oefening’. *1)Wat zegt von
Dürkheim hier? Allereerst dat we het dragend midden kunnen vinden. Het ís er,
het is te vinden. Dat is hoopvol. Vanaf zijn vijftigste levensjaar tot aan zijn
overlijden legde hij zich toe op het begeleiden van mensen om dit dragend
midden, deze eenheid van leven, te vinden (de term hiervoor is Hara). Hij heeft
vele boeken hierover geschreven. Hij deed zijn werk overigens met de hulp van
een therapeute, want ook therapie bleek veel nodig om Hara te kunnen vinden én
te leren erin te blijven. Dit is ook mijn eigen ervaring, zowel in mijn
persoonlijk leven als ook in mijn therapeutische ervaring gedurende de
afgelopen 45 jaar. Niet cognitieve therapie heeft me de weg gewezen naar mijn
midden. En mij tevens geconfronteerd met alles wat ik deed of niet deed om het
weer kwijt te raken. Zen, het spirituele pad, het steeds weer stil zitten op
het kussen, en blijven zitten, heeft mij steeds meer vertrouwen en dankbaarheid
gebracht zowel in het mijn eigen weg gaan in het leven als ook in loslaten om
te komen tot ervaren van ontgrenzing. De eerste opgave: ervaren van het dragend
midden De eerste opgave
waar we voor staan is dan ook om ons te (leren)openen voor het
werkelijk, het direct ervaren van dit dragend midden. Het kan ons geschonken
worden in de grote natuur, de intimiteit, de kunst, Budo sporten, rituele
handelingen, het contact met een leraar en in het aangereikt krijgen door een
ander mens in de directe aanraking (mits daartoe geschoold). Het kan een flits
van ervaren zijn, het kan snel weer weg zijn. Maar……eenmaal gevoeld, of gezien
bij anderen, verlangen we naar nogmaals ervaren, en nog eens. Zo kán het
groeien tot een stevig en flexibel fundament, een grond in en onder ons. Dat
gaat echter niet vanzelf! We leven immers wel in een hele snelle maatschappij,
in een cultuur met veel nadruk op een overheersing van het rationele deel van
ons verstand, op effectiviteit, met groot verlies van stilte, aandacht en maat.
Het is als het ware een centrifugale kracht die je uit je midden slingert, je
aandacht versnippert, je beperkt tot leven in je hoofd met verlies van de rest
van jou. Daar kunnen dan woorden bij passen als: onrust, spanning, verharding,
moe zijn, niet helder zijn, verwarring, aanpassing met verlies van eigenheid,
of verzet met conflicten als gevolg. Als je hierin meegezogen wordt, ben je
niet (meer) in je midden. We kennen allemaal het grote goed om in Zazen (het
zitten op een kussen) weer tot de stilte terug te keren. En ja, natuurlijk,
eerst maar weer de onrust toestaan, alle gedachtes, gevoelens, gewaarwordingen
maar even laten gaan, Verzet je er niet tegen, gewoon blijven zitten en
langzamerhand komt het rumoer wellicht tot stilstand. En dalen we neer in het
bekken, rondom het zwaartepunt in ons lichaam. Het bekken, dat als een schaal
gedragen wordt door onze benen en door de grond onder ons.
Ons lichaamsevenwicht heeft in die bekkenschaal een fysiek zwaartepunt. Dat is
tevens ons gevoelde ‘midden’, en het gebied in ons, Hara, waar we zowel
verbonden zijn met de subjectieve werkelijkheid (‘ik en de wereld om mij heen’)
als ook met het absolute (‘niet ik’) in een ‘stillpoint’: ‘een dynamisch punt,
niet door tijd en ruimte begrensd. Een punt dat noch ruimte noch tijd kent,
daar zij zowel ruimte als tijd is. Een punt dat geen beweging heeft en toch
beweging is. Subtiel, vitaal, vol leven. Oneindig’. *2)Kyozan Joshu Sasaki spreekt over zwaartepunt: *3) ‘De ware zen beoefening is te verwerkelijken, dat je het zwaartepunt van het universum hebt. Wanneer je verwerkelijkt, dat je het zwaartepunt hebt, dat één is met het zwaartepunt van het universum, maak je de wereld één en je wordt één met de wereld. Je wordt door de wereld omarmd. Wanneer je de wereld een maakt, en jij wordt een met de wereld, dan bestaat er maar een zwaartepunt. Dus dan kun jij het niet jouw eigen zwaartepunt noemen. Het zwaartepunt heeft er geen behoefte aan zichzelf een Zelf te noemen, omdat er geen object is. Omdat het de wereld een maakt, is er geen object. Het is erg moeilijk te begrijpen, daarom heb je meer zazen nodig om het te ervaren….….Wanneer in de mensenwereld je zwaartepunt dat alles verenigt - rijk en arm, goed en kwaad, mooi en lelijk - kun je het ware Zelf manifesteren, dat los staat van alles, wat rijk, arm, mooi en lelijk is. Dit wordt de grote zen oefening genoemd….… De ware zen oefening is tegelijkertijd in het zwaartepunt van het universum en in je eigen zwaartepunt te staan.....’Wat zegt von Dürkheim nog meer? Hij spreekt over de alles doorstromende eenheid van het leven. Eigenlijk is het zo simpel: we hoeven alleen maar deze eenheid van leven terug te vinden, die diepe grond van ons wezen, die er is en alles tegelijk in zich sluit. Dat is alles. Meer is werkelijk niet nodig. Dan zijn we er, thuis, onvoorwaardelijk. Voor mij passen daar woorden bij als: rust, vrede, vitaliteit, helderheid, liefde. Ik ben ik, Marli, én ik ben niet-ik. Er ‘hoeft’ niets meer: niets te zoeken, want het ís er al. Ik ben een geheel, en ik ben verbonden met alles wat is. Er is niets wat ontbreekt. Ik kan nergens buiten of uit vallen. Ons probleem is echter enerzijds dat we niet geloven dat het zó simpel is. Onze ratio, ons beperkte bewustzijn, geeft niet zo makkelijk toe. Ons hoofd legt zich niet zo eenvoudig diep in de buik neer. En anderzijds is het ook zo dat er veel is dat ons inderdaad steeds weer scheidt van deze eenheid; dus alles behalve simpel. Hier wil ik wel graag meteen een mogelijke misvatting uit de weg ruimen. Het hoofd diep in de buik leggen, zitten vanuit de kracht daar aanwezig, zoals bij de opbouw van de juiste houding voor Zazen wordt uitgesproken, betekent niet dat we ons denken uitschakelen, of dat we gevoelens, emoties of gewaarwordingen ontkennen of uitdoven. Die zijn er allemaal, zij zijn onlosmakelijk verbonden met leven. Wij reageren continu op alles wat wij raken en wat in ons wordt aangeraakt. In Zazen zetten we het lichaam in een bepaalde positie en zitten we stil. In lichaam en geest kan van alles opkomen, maar we zitten stil. Zazen is volledige gewaarwording van alles wat opkomt, zonder oordeel, begrensd binnen de houding van het stille zitten. Zo manifesteren we alle vier edele waarheden: Dukkha, reactie op Dukkha, beheren van onze reactie en beoefenen (achtvoudige pad/paramita’s). We laten de Boeddha-geest zien. Meditatie is niet een middel om verlichting te bereiken!! Zazen is verlichting, zei Zenmeester Dogen.
De reden waarom de Boeddha vaak in negatieve termen (niet-dit; nietdat) zegt wat we moeten doen is dat hij ontdekt heeft dat de oorspronkelijke toestand van de geest is wat we kunnen ontdekken: het ís er. We kunnen het niet maken!
Wat we te doen hebben is alle lagen er vanaf halen die het oorspronkelijke bedekken,
vele, vele jaren werk kan dat zijn. Het houdt niet op. We vallen steeds weer
terug, vooral als we denken het te weten, te snappen en inzicht te hebben. Dat
is onze grootste valkuil. Daarom is het zo belangrijk in die staat van openheid
te komen, waarin je het ‘niet-weet’, daarmee vertrouwd te raken en mee te gaan
in de stroom van leven, ziekte, ouderdom en dood. Alles heeft zijn eigen tijd.
Dus we moeten leren stoppen datgene te doen dat ons afsluit van het geluk dat
van nature in ons is.
Kortom: De tweede opgave:
opruimen en de directe ervaring. De tweede opgave
is opruimen van alles wat onze directe ervaring in de weg staat. Als wij kunnen
loskomen van het ik, van het denken, van de controle, dan worden we verlost uit
de splitsing van subject en object en dan komen we tot het spanningsloze genot
van de eenheid die eraan ten grond ligt: slechts ervaren. Dit ervaren is een
heel groot goed, het voelt meestal als ‘thuis komen’, als ‘heel zijn’, als
‘onvoorwaardelijkheid’. Het is een fundamenteel verlangen. In ‘er mogen zijn’,
onze plek in te mogen nemen. Met alles wat en wie we zijn, dus ook onze
‘schaduw’ kanten (Mara). Dat is een bevestiging tot diep in ons wezen. Soms is
één keer voldoende om het zaadje (het zich openen naar leven, naar ‘Groot Vertrouwen’,
naar natuur, naar een ander mens) diep in ons genesteld te weten. En het
vertrouwen te kunnen voelen dat het verder zal gaan ontkiemen en groeien.
Meestal is het veel vaker nodig, net zolang tot we het werkelijk gaan voelen,
geloven en vertrouwen en er blijvend kunnen verwijlen, tot diep ik je buik.
Maar iedere keer dat we onvoorwaardelijkheid ervaren, kan het ook schuren langs
de pijn van het gemis. Dat kan niet anders, want die pijn is groot. We zijn
immers zo vaak en veel afgesplitst geweest. Pas als het gat van het gemis zich
laat en gaat vullen, dan hoeven er geen tranen meer te vloeien, hoeft er geen
angst en verwarring meer te zijn, geen vastklampen aan, geen ‘moeten’
veranderen of oplossen. Dat is bevrijding. Een belofte? Zen leidt niet
tot iets nieuws, zen ontsluiert wat er is. In het opgeven van controle, van
verzet en van weerstand kunnen we ons overgeven aan de natuur van het bestaan.
Dan kunnen we ontdekken dat de schepping in onszelf ontspringt, in elke
bezigheid, met elke gedachte en in elke gemoedstoestand. We worden wakker
(Sambodhi). Steeds weer op het kussen zitten, in stilte… Zo geven we ons
diamanten oog de kans om zich te openen, het oog dat helder inzicht heeft in
het wezen dat we zijn en in de verbondenheid met allen en alles om ons heen. Dürkheim zegt
hierover ook: ‘Tot de echte zijnservaring behoort de belevenis van een belofte,
de belofte van een nieuw leven, maar ook de geboorte van een nieuw geweten: de
opdracht zo te worden dat men met dat wat men voor een ogenblik ervaren heeft,
in een voortdurend contact te blijven’. Ik sluit graag af
met een citaat van Sensei Niko Tydeman, als ook hij spreekt over de belofte: ’Dit is de
belofte die ons op de zenweg tegemoet treedt: de verlichting van ons lichaam.
De belofte houdt in om als Hotei te zijn, een fysieke aanwezigheid van
natuurlijke goedheid, speelsheid, vreugde. Nadere uitleg of verklaringen zijn
overbodig. Zelfs de gedachte aan heiligheid, verlichting of wijsheid is te
veel. De lichamelijke verschijning is uitdrukking van geluk en generositeit,
van herwonnen onschuld, van kinderlijke liefde. Het is daarbij niet eens van
belang of anderen dit herkennen. Hotei hoeft niets terug te krijgen. Hij is
alleen maar aanwezig.Wij zijn Hotei, het tiende plaatje van de os. Wij zijn die belofte’. *4)
Marli Jifu
Lindeboom
Bronnen:
·
HARA , Karlfried
Graf von Dürkheim (1974)
·
Levenslust en
Levenskunst , Frans Veldman (2007) - Zwaartepunt, Kyosan Joshu Sasaki
(1907-2014)
·
De gouden karper
is uit het net, blz 362. Nico Tydeman, Asoka 2012
*1) Karlfried
Graf von Dürkheim was een Duitse zenpionier, die een nonduale samensmelting van
de psychotherapie van Jung, de Oosterse wijsheid van het zenboeddhisme en het
mystieke Christendom van Meister Eckhart ontwikkelde.
*2) citaat van
Frans Veldman, grondlegger haptonomie, uit zijn levenswerk: ‘Levenslust en
Levenskunst’, 2007.
*3) Kyosan Joshu
Sasaki, 1907-2014, was een zeer invloedrijke Zen leraar in de Rinzai traditie,
die in 1962 naar de USA kwam. Bron en datum ‘Over het zwaartepunt’ is mij
onbekend.
*4) Nico Sojun
Tydeman (1942), spiritueel leider van Zen Centrum Amsterdam.