Tokudo Eenzaam Verbonden

Van eenzaamheid naar verbondenheid: de belofte van thuisloosheid (Tokudo).
september 2016
Mijn leven lang ben ik op zoek geweest naar verbondenheid, tot mijn 31 ste was dat onbewust. Op die leeftijd werd ik mij bewust dat ik iets miste, en ik ging op zoek. In de opleiding haptotherapie, tevens in individuele therapie werd ik zeer regelmatig geconfronteerd met mijn stoere buitenkant, makkelijk de leiding nemend met verantwoordelijk werk en taken, maar daar- onder lag drijfzand: een diep opgeslagen gevoel van onvermogen: ‘ik kan het niet, ik red het niet, ik hou het niet vol’, eenzaam, verdrietig. Ik was dapper, ik ging door.
Ik zocht steeds buiten me naar bevestiging en (het liefst diepe) verbondenheid. En wat was ik gelukkig en vervuld als het er was en wat viel ik steeds weer in een diep gat als ik het weer kwijt was. Ik voelde me zo dikwijls in de steek gelaten, verwaarloosd. Naast het feit dat dat ook dikwijls zo was en geweest was, had ik nog niet in de gaten, dat ik zelf de verbondenheid met het diepste zijn nog niet kon bewaren, beschermen of terug vinden, laat staan hoe. Een aantal momenten van een eenheid ervaring hielpen en steunden me. Ze overkwamen me, als een groot geschenk, raakten me diep en geholpen door een grote intuïtie waren en zijn ze als bakens op mijn weg.
Gedurende vele jaren, in verschillende opleidingen heb ik het thema macht-onmacht (ik kon het niet), overdracht (de anderen wel) en tegenoverdracht (als ik me weer eens in de steek gelaten voelde), projecties enz. enz. ruimschoots doorgeworsteld met vele tranen en woede uitbarstingen. Dat heeft me erg veel gebracht.  Wat bleef was een diep gevoel: ‘Bij wie hoor ik nou toch?’
Zo voerde mijn zoektocht me naar de opleiding familie systemisch werk, waarbij als eerste een basisattitude van ‘niet-weten’ eigen gemaakt moest worden, wilde het werk diepgang krijgen en voorbij het ego van de therapeut komen. Tevens erkennen en toelaten van pijn van het leven, van het lot en niet willen, niet mogen en niet kunnen oplossen. Wél aanwezig blijven met een heldere geest, met een warm hart, er zijn voor het systeem, maar niet erin terecht komen. Hier transformeerde mijn oude ‘ík kan het niet’ naar ‘ík weet het niet’, wat een opluchting was dat. Ik hoefde het ook niet te weten, ik hoefde er ‘alleen maar’ te zijn.
Met betrekking tot de vraag bij wie ik nou toch hoorde, werd het helder: een grote afstand, n.l. aan de ene kant mijn vader, moeder, oudere zus en broer die allen in Japanse POW (Prisoner of War) kampen gezeten hadden, dat allemaal diep weggestopt hadden, er nooit over gesproken werd, soms wel, maar dan alleen in dappere verhalen. Aan de andere kant ik als nakomertje in 1950, de hoop om het huwelijk van mijn ouders te redden (niet gelukt) en levenslust vertegenwoordigend. De vraag bij wie ik nou hoorde, leefde daarna niet meer. HET LEVEN WAARDEREN Vele, vele jaren later las ik bij Maezumi Roshi in ‘het leven waarderen’, vrij vertaald
..... We leven in voor- en afkeuren = splitsen = dualiteit = goed/niet goed, is niet je eigen leven leven. We streven naar rust, verlichting, nirvana of wat dan ook maar.....misschien denken we dat nirvana een plaats is waar geen problemen meer bestaan, geen illusies. Misschien denken we dat nirvana ‘daar’ is, heel mooi, vredig, onbereikbaar. We denken dat nirvana iets heel anders is dan ons leven. We moeten écht begrijpen, dat nirvana hier is, mijn leven, hier en nu.
In onze training gaat het erom de kloof te dichten tussen wat we dénken dat ons leven is, zou moeten zijn, kan worden, als dit.....als dat......én ons werkelijke leven, ‘dit’. In 1999 kreeg ik van een cliënte het boek van Zenleraar Niko Tydeman ‘Dansen in het duister’ en dat boek raakte mij diep. Die man wil ik ontmoeten, dacht ik. En zo kwam ik in 2000 terecht bij Zen Rotterdam. De introductiecursus kon ik niet volgen, want op mijn werkavond, dus ik deed weer een sprong in het duister, zoals ik gewend was en dat mij inmiddels zoveel had gebracht: steeds weer het bekende, vertrouwde loslatend, mijn loyaliteiten daarbij doorworstelend, afwijzing riskerend en me daardoor niet laten weerhouden: verder gaan op mijn weg.
Er was niemand die me verwelkomde, iets uitlegde, iets zei tegen me, dus ik keek maar eens goed rond en volgde.....de stilte raakte.......Nico die zei bij de opbouw van de juiste houding voor Zazen (zitten op een kussen): ...het ademt, niet ik... Een diep besef, realisatie: het gaat niet om ‘IK’, adem ís er, leven stroomt, mits ‘Ik’ me er niet mee bemoei. Alweer een opluchting..... Adem zoekt zijn weg, mits ik het niet tegenhoud, blokkeer, regel, ingrijp, controleer. Adem zal via een ingenieus systeem van steeds kleinere weggetjes zuurstof overal brengen waar mogelijk en koolzuur mee terug nemen om weer uit te scheiden. Zo verbonden zijn we, geen scheiding Maar ook hier kan lijden (Dukkha) ontstaan zijn bij het aller vroegste begin van ons leven, én op ieder moment. Het kán overgaan, maar het kan ook blijven. En.......adem is direct verbonden met ervaren.......
De eerste 1,5 jaar heb ik op advies van Nico gezeten met ‘Groot vertrouwen’. Na een aantal keer begonnen na zo’n 20 minuten de tranen over mijn wangen te biggelen, ik liet ze gaan, was niet bezig met waarom, het voelde alsof mijn masker verder afbrokkelde, dus ik was dankbaar. De tranen kwamen steeds eerder, toen al bij de eerste gongslag, zou het nog eens ophouden??? Gretha zei: ‘Waarschijnlijk wel, het hoeft niet door te gaan’. En zo was het ook. Het gebeurde steeds minder, en als het weer wel zo was, werd het mij helder dat het te maken had met weer wat van het masker opgezet te hebben (wil ik dan graag weer weg, dus fijn als ik dat herken) of met pijn van het leven ervaren (dit hoeft niet weg, mag blijven, compassie). Voor mij werd het steeds duidelijker dat ik in mijn zoektocht steeds weer een thuis vond in de fenomenologie. Zo dicht als mogelijk bij
de pure ervaring, waarvan ik de grote waarde inmiddels herkende en erkende. Zo kwam het dat ik de Zen als heel nabij vond en het duidelijk was dat ik verder wilde op deze weg,
‘Zen is iets waar je aan werkt terwijl je het niets-doen beoefent’

FORMELE TRAINING
Vele jaren lang verbond ik mij toch nog niet werkelijk aan deze weg. Ik stond met één been erin, en één been eruit. Zo legde ik mij niet vast (want wat krijg ik het daar benauwd van) en zo kan ik altijd weer weg (ik was niet van plan om mijn zo zorgvuldig, eindelijk verworven autonomie, op te geven). Zo ging ik ook naar de eerste Sesshin met al die uren zitten in stilte. Ik beloofde mezelf dat ik gewoon in het bos mocht gaan lopen, als ik dat wilde. Zo maakte ik weer ruimte voor mezelf en bleek het helemaal niet nodig te zijn. Weer verandering van aard..... Maar ik besefte ook dat ik weliswaar de spirituele weg kan gaan, maar dat ik bij het gaan van die weg ook hulp nodig had. Ik vroeg Nico of ik ‘in zijn boekje’ mocht staan. Dit heet ‘Shoken’, betekent letterlijk ‘Ontmoeting’ en is de eerste rituele bekrachtiging. Dit is een vraag aan Nico of hij mijn leraar wilde zijn. Wij gaan samen iets ‘aan’, wat er ook gebeurt. DE BELOFTE VAN THUISLOOSHEID Ik had natuurlijk mensen gezien met iets om hun nek, dat bleek een eigengemaakte ‘rakusu’ te zijn, een teken dat iemand de ‘lekeninwijding’ (Jukai) was aangegaan. Dat ga ik nooit doen, was mijn eerste gedachte. Maar hoe boeiend toch, dat zitten op een kussentje in stilte, het ‘niets-doen’ beoefenend, niets willen veranderen, verbeteren, vasthoud- en, steeds weer teruggaand naar de kracht diep in mijn buik en daarbij blijvend in het moment. Zoals Nico zei: ‘Zazen is als een steen in de vijver gooien. De kringen volgen en wat het gevolg is, kun je niet weten. Wel kun je je voornemen om steeds weer te gaan zitten, met een regel- maat. En als je eens geen zin hebt, kom dan toch. Voor de anderen’.
Mijn weerzin tegen de Jukai ceremonie verdween, ik werd wat nieuwsgierig en ineens was er een verlangen me werkelijk te verbinden, ‘de boeddhistische voornemens te ontvangen’ waar Jukai voor staat. De vrijheid zat in mezelf, was niet afhankelijk van uiterlijkheden en vormen. Weer bevrijding.....
Tijdens een voor mij ontroerende, rituele ceremonie op 11-12-‘11, waarbij ik vele keren moest buigen, de voorschriften herhalend, kreeg ik de (door mijzelf gemaakte) rakusu door Nico omgehangen en de prachtige naam ‘Jifu’, Japans voor ‘Alles doordringende compassie’, bij me passend, en ook nog genoeg werk aan de winkel. Het voelde alsof ik uit de kast was gekomen, ik was er heel blij mee.
De beoefening en het gaan van dit spirituele pad werd serieuzer, minder vrijblijvend. Al bleef ik een ondeugende, ook wel wat luie Zen student...... en hield ik de Koan studie nog ver weg van mij, en met een geweldige smoes: ik had immers een essentiële Koan van Hisamatsu gekraakt.
Maar de werking ging stug door en het besef dat mijn leven niet van mij is, maar dat ik slechts dienstbaar kan zijn aan het leven, zette steeds meer door. Steeds meer een holle buis wordend, waardoor het leven stroomt en dat zich uitdrukt in Marli. En de ervaring dat het door dit besef niet zwaarder wordt, of meer fatalistisch. Nee, integendeel. Het werd en wordt nog steeds lichter. Er komt meer innerlijk gegrinnik als ik ‘gedoe’ van meningen, gewaarwordingen, emoties doorkrijg.
Ook al kan ik mij nog steeds erg drukmaken (ik blijf tenslotte ook een heftig voelende Marli) als in mijn perceptie essentie, inhoudelijkheid, affectiviteit, zuiverheid lijdt onder buitenkant, onder aangepast gedrag, onder efficiëntie in de maatschappij als ook in het beroep van GZ-Haptotherapeut. Maar steeds eerder krijg ik het door, zie het gedoe van ‘Ik, mij en mijn’ en kan weer loslaten. En ik gun deze bevrijding oprecht aan ieder mens.
Jaren lang was Jukai mijn laatste stap, want ik was echt niet van plan om in zo’n lang, zwart gewaad te gaan lopen tijdens Sesshins en andere officiële gelegenheden. Hé, gegrinnik, daar is de weerstand, het verzet weer. Ik heb geen ambitie om een officiële Zen leraar te worden, dus dan hoeft dat ook niet, zo stelde ik mezelf gerust......Ik begon toch met mijn Koan studie bij Gretha, want ik had mijn eigen smoes inmiddels ook wel fors door. Ik vond het spannend, die Koans. Nou, dat is het ook en nog veel meer. Vooral ook erg fascinerend, regelmatig frustrerend, zoekend, blij met een inzicht, teleurgesteld als ik toch weer op een doodlopende weg ben, mijn geest oprekkend enz. enz. Ik ga door, dat weet ik. Hoelang en hoever? Dat weet ik niet.
Gewoon maar afwachten, ik ben er niet mee bezig, ik ga door met Zazen, een betrokken Sangha-lid zijn, andere activiteiten ontplooiend. En steeds meer integrerend.
TOKUDO . En dan toch......tot mijn eigen verwondering......ontstaat het verlangen om een stap verder te gaan. Ik realiseer me mijn bestaan als een onvoorwaardelijke gave. En ik herken de geest die thuisloos is, ‘nergens verblijft’, geen vaste grond heeft. Het leven zo wordt ruim- er, groter, dienstbaar zijn, de optimale bijdrage leverend die ik in me heb, bescheidener wordend (kan nog steeds meer...J), en ik ervaar het lichter worden ervan, een ‘Groot Vertrouwen’. Niet meer in de naïeve zin dat alles ‘goed komt’, maar dat ik mijn leven leef en het oprecht waardeer. Mijn leven is niet beperkt door voorwaarden van ‘goed en niet-goed’ maar het leven stroomt door mij heen. Steeds meer verblijvend in het ‘niet-weten’, wat een opluchting.....wat het leven niet vrijblijvend maakt overigens. Integendeel. Want het dienend worden en dienstbaar zijn dringt steeds dieper door. En ik besef heel erg goed dat het steeds weer gaan zitten op het kussen essentieel is voor het helder houden van dit besef, voor het dieper doordrongen zijn hiervan, voor het dieper vestigen hiervan in mijn wezen, in mijn buik, in Hara, mijn dragende midden.
Ja, er is sprake van hiërarchie, dat zich uiterlijk toont d.m.v. posities en kleding, van het doorgeven van leraar naar leerling, maar de mens in die kleding weet dat juist deze positie bescheidenheid en dienstbaarheid met zich mee brengt, projecties van anderen herkennend en mee omgaand, zonder in de valkuil te stappen van enige belangrijkheid. Hoe? Door steeds weer te gaan zitten op het kussen, voorbij ‘ik-mij-mijn’ in diepe stilte terecht komend.
Het Boeddhisme – en dus ook de Zen weg van helemaal geen houvast meer hebbend – betekent een ‘cultuur van het ontwaken’. En totaal omarmend dat de enige zekerheid in het leven die we hebben, is dat het eens zal ophouden. We zijn ons hele leven bezig om daar niet mee te leven, we bouwen veel schijnzekerheid en schijnveiligheid op en we blijven alsmaar zoeken naar troost: misschien gaan we toch niet echt dood, blijft er iets voortbestaan. We kunnen ervaringen hebben die daarnaar verwijzen. Die raken ons, tot in het diepst van ons hart en wezen......en voordat we het ons bewust zijn, gaan we al weer invullen.......
Shuke Tokudo betekent voor mij om me ten diepste te verbinden met ‘Ik weet het niet’ en dat steeds weer terug te halen, zodra ik me bewust ben dat ik weer iets vastleg. En jee, wat gebeurt dat toch regelmatig, bijna slinks soms.
In het relatieve bestaan van ons mens-zijn, is het noodzakelijk om een gezonde ego-structuur op te bouwen en dat is vaak een hele grote, jaren en jaren durende klus. Onder gezond ego versta ik niet te groot (opgeblazen) en ook niet te klein (onderwaardering).
Maar vervolgens is het ook weer zo nodig om ten diepste door te krijgen, wat ons ego doet met ons, hoe enorm vindingrijk en creatief het is, hoeveel trukendozen het heeft enz enz (grinnik, grinnik, en ook grrrrr). Om het vervolgens weer los te kunnen laten, zodat het leven stroomt, door de holle buis heen. En zich kan uitdrukken in de tijdelijke vorm die Marli is: in de grote zee ben ik een golfje, dat opkomt, vorm aanneemt en weer verzinkt in de grote zee.
Zoals Hisamatsu Shin’ichi (1889 – 1980) het zo prachtig zegt in:
GELOFTE AAN DE MENSHEID
Kalm en evenwichtig:
Laat ons ontwaken tot ons ware Zelf, mensen worden, vol van mededo- gen.
Onze gaven ten volle ontplooien,
ieder volgens de eigen roeping in het leven.
Ons bewust worden van de doodsstrijd persoonlijk en maatschappelijk en de bron ervan onderkennen.
De juiste richting ontdekken
waarin de geschiedenis zou moeten voortgaan en elkaar de hand reiken zonder onderscheid naar man- of vrouw-zijn, zonder onderscheid naar ras, natie of klasse.
Laat ons met mededogen de gelofte afleggen het diepe verlangen van de mensheid, naar bevrijding van haar ware Zelf werkelijkheid te doen worden
en een wereld bouwen
waarin iedereen
waarachtig en in heelheid kan leven.
 
SESSHIN
Op 1 juli tijdens de Sesshin in Handel was het dan zover. Mijn drie kinderen Femke, Sanne en Thijs waren erbij en dat heeft mij (en ook anderen zag en hoorde ik later) diep ontroerd: hun onvoorwaardelijke bereidheid om er bij te willen zijn, omdat ze er weet van hebben hoe belangrijk deze weg voor mij is, het mij zo gunnen, hun overgave aan de inleidende Zazen periode, waarbij ze tegenover mij zaten en ik af en toe naar ze keek, trots op Fem, die duidelijk al wat ervaring heeft met mediteren, knipoogje naar San toen zij wat voorzichtig door haar ogen gluurde, grinnikend om Thijs die het duidelijk moeilijk kreeg na zo’n
20 minuten, wat genoot ik ervan, het voelde zo intiem. Ik had ze ruim van te voren een iets andere versie van het bovenstaande gestuurd, we hadden het er nog een keer over gehad, ze stonden open voor de ervaring. Gretha leidde de Tokudo ceremonie voor het eerst, zó dierbaar, samen en dichtbij. Leo was de hoofdmonnik, die mij de kleding aan moest doen, wat van mij vroeg om me er niet mee te bemoeien, samen grinnikend. En de aandacht van alle Sesshin-gangers om ons heen. Dank jullie wel, ik heb jullie oprechte aandacht zo gevoeld.
Veranderde er iets daarna?·    Ja, ik heb keuzes gemaakt om werkelijk meer tijd te besteden aan Zazen en lezen van Zen literatuur, en ik verkeer in de gelukkige omstandigheden dat dat ook kan. Ik voel compassie voor alle jonge mensen in de fase van hun leven met een jong gezin, volop werk, sociale contacten enz., die daar ook naar verlangen maar er minder ruimte voor hebben.·    Ja, ik ben nog rustiger, kan er enorm van genieten, als ik alleen ben, want tijd voor Zazen, voor lezen, wandelen, vogels kijken, in het moment zijnd, belevend. Wat heerlijk dat de pijn van het geen partner meer hebben, zich nog maar zo weinig aandient. En als het er wel weer even is: ik weet nu de weg naar verbondenheid, de troost van de thuisloosheid.
DE BELOFTE VAN THUISLOOSHEID
Moustakas, een fenomenoloog, schreef in 1994:
‘De onvermijdelijk en oneindige eenzaamheid van de mens is niet alleen een verschrikkelijke eigenschap van het menselijk bestaan, maar eveneens een instrument door middel waarvan de mens nieuw mededogen en schoonheid beleeft. Het is deze verschrikking in eenzaamheid die nieuwe zintuigen doet ontwaken en het mogelijk maakt diepe kameraadschap en stralende schoonheid te ervaren. Pogingen om de existentiële eenzaamheid te overwinnen of te ontvluchten kunnen slechts uitmonden in zelf vervreemding. Wanneer een mens van een fundamentele levenswaarheid verwijderd raakt, ontneemt hij zich een belangrijke mogelijkheid tot zelfontplooiing. In absoluut eenzame momenten doorleeft de mens waarheid, schoonheid, natuur, eerbied en menslievendheid. Eenzaamheid stelt de mens in staat terug te keren naar een leven samen met anderen; met hernieuwde hoop en levenskracht, met grotere toewijding; met dieper verlangen om te komen tot een gezonde oplossing van problemen en geschilpunten en met de mo- gelijkheid van een eerlijk waarachtig leven met anderen. Men kan een antwoord vinden hier te leven en nieuwe waarden om naar te streven. Het is de onthulling van iets volkomen nieuws’.
· Ja, tijdens mijn vakantie, lezend in Zentraining van Katsuki Sekida, voelde ik ineens alsof de vaste grond onder mijn voet- en verschoof, n.a.v een inzicht, daarmee een eerder genomen besluit, onderuit halend. Verwarring alom......waar komt dat nu ineens vandaan?? Ik mailde erover met Gretha, die fijntjes terugmailde: thuisloosheid gaande....?? O ja, natuurlijk, weer mogelijke verandering, laat maar los, weer rust en vertrouwen. Nou, nog niet ineens, wel na wat innerlijk gegrinnik en weer Zazen, en wachten.
Het moge duidelijk zijn dat het beoefenen van deze weg een lange is. En een weg die gepaard gaat met vallen en opstaan. Net als de eerste pasjes van een klein kindje, zo beweeg ook ik mij zoekend en struikelend door het leven. Regelmatig in een valkuil stappend, maar gelukkig dit ook steeds eerder herkennend en er ook weer uit kunnen komen, terug naar stilte.
Ik voel me daarbij diep dankbaar aan mijn eigen moed om steeds op zoek te zijn gegaan en te blijven gaan.
Om weerstand niet als waarheid te zien, maar te durven onderzoeken, steeds dieper in mijn geest, en ook als het me helemaal niet bevalt wat ik nu weer van mezelf zie en tegenkom. Om (schijn)veiligheden los te durven laten, het onbekende aan en in te gaan, om te beschermen wat essentieel voelt voor mij, niet afhankelijk van de vorm en desnoods met het tweesnijdend zwaard, ook als het weer pijn doet en ik afwijzing voel.
Thuisloos zijn.........
En ik voel me dankbaar aan mensen om me heen, met wie ik zoveel gedeeld heb en van wie ik hou: kinderen, schoon- en kleinkinderen, familie, (Sangha)vrienden en leraren, inclusief díe leraren die het me heel moeilijk gemaakt hebben!
Tot slot nog een couplet uit het al eeuwen oude gedicht
‘Verzen over de geest van vertrouwen’ van Sosan Zenji (526 – 606)
‘De weg is volmaakt als onmetelijke ruimte waarbinnen niets ontbreekt en niets overbodig is.
Werkelijk, omdat wij steeds weer het een aanvaarden en het ander afwijzen,
zien wij de ware aard van de dingen niet.
Leef noch verstrikt in uiterlijke zaken,
noch met een innerlijk gevoel van leegte.
Wees gelijkmoedig binnen de eenheid van alle dingen
en zulke onjuiste denkbeelden verdwijnen vanzelf.
Als je probeert activiteit tot rust te brengen
om tot passiviteit te komen,
zal juist je poging daartoe je met activiteit vervullen.
Zolang je of tot het een of tot het ander overhelt, zal je nooit eenheid kennen’.