Een week lang thuis zen beoefenen

Thuis-sesshin 1706.Inleiding.  
Verwonderen. Ieder moment zien en ervaren we iets nieuws. Hierin is het meeste ons nog onbekend. We zoeken onze weg door de mijlpalen te gebruiken die we eerder hebben uitgezet. Op weg naar iets? dat we willen bereiken. Door het indrukwekkende dagelijkse leven gaat alle tijd op aan het slaan van nieuwe mijlpalen. In de meditatie training maken we rechtsom keer. We gaan niet terug maar stappen even uit. Het enige dat nog van belang is dat we ons realiseren waar en wat we zijn. De stand van zaken opnemen. Het doet er niet toe waar we zijn of wat we zijn, of wat we hebben meegemaakt. Het is de kunst om uit te stappen en rond te kijken. Vaart minderen en een rustplaats vinden. De rustplaats is er, de meditatieruimte. Het vaart minderen krijgt echter nauwelijks tijd en vorm. We gaan direct over van onze dagelijkse betrekkingen naar de stilstand op het kussentje. En na afloop staan we op en rennen weer verder met wat we achtergelaten hebben. Tijd en vorm om tot stilstand te komen. Op weg naar het zonnige zuiden op vakantie nemen we de tolweg, rijden met maximale snelheid en als we de adviezen volgen stoppen we om de 2 uur, nemen snel een kop koffie, en snellen verder. Stoppen en pauzeren is altijd beter dan in ene doorrijden tot het eind. Bij de meditatie hebben we de mogelijkheid om dit wat grondiger te doen. Hoe staat de avond in onze agenda? Hoe gaan we naar de meditatie ruimte toe? Hoe kijken we naar de ruimte waar we binnenkomen? Hoe gedragen we ons in de ruimte?
 
De meditatie.
Eindelijk gezeten op ons kussentje valt alles van ons af. In eerste instantie de meest recente ervaringen. Een moment van ontspanning volgt. Hier ontstaat opluchting en ruimte. De ruimte vult zich vanzelf weer snel op met de voorraad onverwerkte zaken. Geven we onszelf de rust, de tijd en de ruimte om deze door te nemen? Zetten we onszelf in zo’n positie dat we niet direct weer aan het re-ageren gaan? Kunnen we deze voorraad ‘beschouwen’ en ‘in zichzelf laten afwikkelen’?
Deze positie innemen is ook een soort uitstappen. Uitstappen uit de actieve ik die alle re-acties regelt. Dit uitstappen heeft alleen een probleem, we stappen nergens meer in! We stappen niet in een ander ik, zelfs niet in een niet-ik, of een ‘IK’, of een niet-zelf, of een oorspronkelijk ik.
‘Mediteren’ kent geen verblijfplaats of een vorm, geen methode of criteria. 
 
 
Verwonderen.
In de training zoeken we steeds naar hulpmiddelen om vaart te minderen, uit te stappen en een positie in te nemen waarin het ‘mediteren’ kan plaatsvinden. Na de weg gegaan te zijn naar deze positie zoeken we ook een weg om deze positie te behouden als we weer verder gaan na de meditatie beoefening. Het verwonderen is zo’n hulpmiddel. In de rust en de ruimte die we ontwikkelen tijdens de meditatie laten we ons verwonderen over alles wat zich aan ons voordoet en wat ons overkomt. Alles is wonderlijk, waarom dit en waarom zo? Het waarom is moeilijk te beantwoorden. Als we het houden bij het zo helder mogelijk leren zien van wat er verschijnt zonder hier direct op te re-ageren hebben we onze handen vol met het leeghouden van die handen. We kunnen verwonderen als een soort mantra meenemen bij alles wat we ervaren. Dat betekent in het begin bij iedere ervaring vaart minderen, uitstappen uit het ik en het verwonderen toelaten. Vaart minderen kan gedaan worden door de aandacht naar de ademhaling te brengen. Het ervaren combineren met bewuste ademhaling. Hierdoor ontstaat er een ontspannen en dus een intensiever ervaren. Intensiever door het verwonderen wat ons overkomt. Uitstappen uit het ik is niet het stoppen van de ervaring maar de ervaring anders ontvangen. Verwonderen houdt ons ook open voor het volgende. Het voorkomt dat we ergens in vastlopen. 
Het programma voor de verschillende stappen in de week thuis oefenen. 
 
 

Verwonderen.
Als we iets ervaren worden we ons iets bewust. Dit bewust worden richt zich meestal direct op de herkenbare ‘dingen’. Gedachten en gevoelens die bij die herkenbare ‘dingen’ horen bepalen daarna onze reactie. Er speelt zich meer af dan die herkenbare ‘dingen’. Hoe ontwikkelen we ruimte in het ervaren zodat er ook plaats is om het verwonderen te behouden. Verwonderen over ons en het bestaan. 
Dag indeling: s ’morgens, eind van de middag en s ’avonds 10 á 20 min mediteren. Gedurende de dag het thema een aantal malen bewust beoefenen. 
Dag 1: Zaterdag 17 juni.    Aandacht in je centrum en bij je ademhaling.
Dag 2: Zondag 18 juni.      Ervaren en bewust worden.
Dag 3: Maandag 19 juni.   Het ontstaan van ruimte voor verwonderen.
Dag 4: Dinsdag 20 juni.     Wat is verwonderen.
Dag 5: Woensdag 21 juni. Hoe kun je verwonderen aanwezig laten zijn.
Dag 6: Donderdag 22 juni. Ik verwonder mij.
Dag 7: Vrijdag 23 juni.       Het ‘juiste’ verwonderen .
Dag 8: Zaterdag 24 juni.     Ontwaken, wat een wonder.    
 
Opgeven en vragen via leo.huijg@kpnplanet.nl Donatie suggestie 25 euro overmaken via www.zenrotterdam.nl 
 
Dag 1: Zaterdag 17 juni. Aandacht in je centrum en bij je ademhaling.
Om je bewust te worden van je instelling bij het ‘ervaren en verwonderen’ is een goede basis nodig. Deze basis is je ‘centrum in de onderbuik’, iets onder de navel. Door de aandacht in je centrum te leggen worden je zintuigen vrij om te ervaren. Het bewust worden gaat niet direct meer gepaard met herkennen van wat je al weet. Je krijgt ruimte om te ervaren wat er gebeurd.
De 1ste oefening: Tijdens de meditatie vestig je je aandacht in je centrum. Van hieruit kijk je naar wat er zich voordoet. Gedurende de dag bij het begin van een nieuwe activiteit adem je uit, je ontspant helemaal en bij het inademen ervaar je weer vrij wat er gebeurd.  
Dag 2: Zondag 18 juni. Ervaren en bewust worden.
Het ervaren zonder dat je bewust worden er iets mee doet. Onderzoek je instelling bij het ervaren. Zoek je iets bekends of ervaar je gewoon wat er is. Hoe ontvang je de dingen die zich voordoen tijdens meditatie? Kun je inderdaad ruimte vrijlaten bij het ervaren naast datgene dat je bewustzijn herkent? De 2de oefening: Het mediteren kun je beginnen met een paar keer volledig uit en weer volledig in te ademen zodat je hele lichaam als één ademend lichaam werkt.Observeer in je meditatie hoe snel je iets herkenbaars vindt in dat wat je ervaart. Geef dat een naam en laat het voor wat het is. Ga terug naar je centrum, terug naar het ervaren. Doe dit ook in je dagelijks leven als je weer een andere activiteit begint. Tijdens verschillende activiteiten observeer je je interpreteren en naamgeven. Omdat je eigenlijk geen tijd hebt om hierbij stil te staan is het voldoende om je bewust te worden van de overgang van ervaren naar naamgeven. 
Dag 3: Maandag 19 juni. Het ontstaan van ruimte voor verwonderen.
Na het bewust worden van iets benoemen we dit direct als een gedachte of een gevoel. Hoe maken we ruimte vrij bij het ervaren voor verwonderen?  
De 3de oefening: Met behulp van de uit- en inademing vanuit je centrum ontspan je je geest zodat ervaren, bewust-worden en naamgeven helder onderscheiden blijven. Er zit iets op het kussen en dat ondergaat iets. Je wordt je iets bewust. Door bewust te zijn van het niet kennen van de oorsprong ontstaat er een andere ontvangst, een ontvangen in verwondering..
Gedurende de dag ga je met de uitademing naar je centrum en ontspan je je geest, verwonder je even en je ademt weer in. 
Dag 4: Dinsdag 20 juni.  Wat is verwonderen?
Verwonderen ontstaat als je je realiseert dat je bestaan en wat daarin gebeurt een ongrijpbaar iets is. We kunnen veel onderzoeken en verklaren en in verhalen vangen, toch blijft het de vraag wat is dat ‘IK’ dat een leven lang meegaat en van alles meemaakt?
De 4de oefening: In de meditatie kun je je bewust worden van het bijzondere dat zit, ‘Wat is het dat hier zit?’. Bewust worden van het bijzondere van ‘Wat is het dat hier gebeurt?’. Probeer het ongrijpbare van dit zitten te ervaren zonder er een mening over te vormen. Hou je geest vrij om dit zitten helder te ondergaan. Zo ervaar je iets dat je verwonderen kunt noemen.
Gedurende de dag kun je de vraag "Wat is het dat hier zit of loopt en wat is het dat hier met mij gebeurt?” herhalen. Observeer wat er in je lijf en je geest gebeurt als je deze vraag helder stelt. Blijf er niet bij hangen, ervaar wat de vraag je doet en ga weer verder. 
Dag 5: Woensdag 21 juni.  Hoe kun je verwonderen aanwezig laten zijn?
Verwonderen is dat deel van ervaren en bewust worden waar niets mee gedaan mag worden. Gedachten kun je doordenken. Gevoelens kun je uitleven, maar verwonderen, daar kun je niets mee. Zo gauw als je er een gedachte over vormt is er de gedachte en is de verwondering verdwenen. Zo gauw als je aandacht naar de gevoelens gaan die de verwondering oproept ervaar je gevoelens en is het verwonderen in de mist verdwenen.
De 5de oefening: Tijdens je meditatie kun je oefenen om de aandacht te verleggen van de gedachten naar het verwonderen en weer terug, of van het ervaren van gevoelens naar het verwonderen en terug. Het een sluit het andere niet uit. Beiden zijn permanent beschikbaar. 
Tijdens je dagelijkse activiteiten observeer je waar je aandacht is. Wissel af en toe de aandacht van je handelen naar verwonderen en terug. Een korte observatie wat dat met je doet is voldoende.  
Dag 6: Donderdag 22 juni. 'Ik verwonder mij'.
Verwonderen. Wat is ‘Het Ik’ dat dit doet’?  Iets ervaren waar je geen hand in hebt. Hoe kun je dan wel de aandacht opbrengen om dit mogelijk te maken.
De 6de oefening: Je geest helder houden en je bewustzijn open stellen voor de keuzen die je tijdens het bewust worden maakt. In je meditatie kun je de vraag stellen of er een keuze is om verwonderen toe te laten of dat je heldere geest je laat verwonderen
Gedurende je dagelijkse handelen laat je je overvallen door verwondering. 
Dag 7: Vrijdag 23 juni.  Het ‘juiste’ verwonderen.
Tot nu toe zijn we bewust bezig geweest ‘het verwonderen’ te onderzoeken met het onderscheid tussen het ongrijpbare en het benoembare. Dit zijn begrippen in een dualistisch kader. Het ervaren van het een wisselt af met het zien van het andere.
De 7de oefening: Je aandacht is stevig gevestigd in je centrum. Je geest springt niet meer van het een naar het ander. Je geest ziet alle onderscheid, zonder hier zijn bestaansgrond aan te verbinden. Mediteren of een activiteit uitvoeren, je ondergaat het een en het ander vol verwondering! 
Dag 8: Zaterdag 24 juni. Ontwaken, wat een wonder.
Beoefenen na de beoefening. Iedere stap is beoefening, is verwondering.
De 8ste oefening: Al ademend met de aandacht in je centrum is het ontwaken s’ morgens niets anders dan wonderlijk.
Mediteren en je dagelijks leven, wonderlijk.