Zen en Therapie

ZEN en THERAPIE:
Boeddha was een leraar, was hij ook een therapeut?
april 2019
Boekenkasten vol over eeuwen Boeddhisme, Zen, Zen scholen en vele leraren. Boekenkasten vol over therapie, in een breed spectrum van visie op de mens, op gezond en ziek zijn, op benadering en op aanbod.
Een kleine boekenkast vol over ‘Zen en Therapie’, geschreven door ervaren therapeuten, die tevens Zen leraar geworden zijn, zoals David Brazier, Edel Maex.
En dan is er ook ‘Integral Psychology’, geschreven door de hedendaagse filosoof Ken Wilber, waarin hij uit honderden bronnen – Oost en West, oud en modern – informatie verzamelde, en die geordend, geïntegreerd en weer gegeven heeft.
En er is vast nog veel meer.
Een forse uitdaging dus om in een kleine tekst iets te willen zeggen over ‘Zen en therapie’, maar ik kan het toch niet laten. ‘We zijn reeds compleet, er ontbreekt niets, we zijn al bevrijd’, was het grote inzicht, waarna Prins Siddharta voortaan Boeddha genoemd zou worden, de ‘verlichte’. Na dit bevrijdende inzicht zal hij anders rondgelopen hebben, stel ik me zo voor. Hij zal iets uitgestraald hebben dat mensen naar hem toetrok. Rust? Vrede? Wijsheid? Vitaliteit? Openheid? Liefde? Mensen gingen hem vragen hun te helpen, want ze verlangden daar ook naar. En zo begon hij zijn lessen: ‘ík kan het je niet geven, je hebt het al, richt je lamp naar binnen, dáár is het te vinden’. Zo simpel is het en tegelijk weten wij allen dat het ook niet altijd zo simpel is.
We raken immers steeds weer verstrikt, verward, verblind. De lamp weer uit, kwijt of elders op gericht. Boeddha ging mensen toespreken, hen inspireren, hen helpen ‘het’ in zichzelf te vinden. Hij werd leraar. Vele mensen kwamen bij hem zitten, volgden hem en luisterden. Door hun achtergrond, hun ervaringen in het leven, hun specifieke reactiepatronen kon een tekst van Boeddha echter verschillend opgevat worden.
Boeddha leerde om steeds weer andere woorden, andere beelden te gebruiken om dezelfde essentie te laten zien, over te brengen, de ander te helpen die zelf ook op te delven. Kortom: hij werd een grote, goede en wijze leraar! Was hij zo ook niet een goede ‘therapeut?’. Ik denk van wel, maar dat woord bestond nog niet in zijn tijd. Het woord therapie stamt af van ‘Therapeia’, een oud-Grieks woord. De betekenis luidt ongeveer: ‘Het geven van zorg en aandacht aan een ander door te pogen naast of met die ander te staan als hij of zij in de wereld is en zijn leven leeft’.
Een prachtige omschrijving, wat mij betreft. Die ik ervaren heb zowel bij therapeuten als bij Zen leraren. Grondbeginsel van (menselijk) leven is het aangeboren vermogen om te openen naar leven, uit te reiken, contact te ervaren, dat niets vraagt, dat ruimte biedt. ‘Het toelachen in het wezen van de ander’, zo omschreef psychiater Dr. Anna Terruwe * dit. ‘Zo een klimaat scheppend waarin leven zich kan ontplooien om te worden wie hij is, op zijn eigen tijd en eigen wijze’.
Dit ‘toelachen in het wezen van de ander’ vraagt een bereidheid om te durven, te kunnen, te mogen raken, én geraakt te worden.
Wat zei Zen leraar Daito Kukushi ook al weer? 
‘Deze wereld is ongrijpbaar, ondenkbaar en wonderbaarlijk. Daar wat worden wij aangeraakt en wat raken wij hier en nu aan?’
Op dit openen, uitreiken, contact ervaren, hebben we naast hopelijk vele goede ervaringen, óók pijnlijke, teleurstellende, kwetsende, beschadigende ervaringen meegemaakt. Als reactie daarop ontwikkelen we een basispatroon van terugtrekken, sluiten, vechten, bevriezen of dissociëren. Ons aangeboren ‘JA’ tegen het leven is veranderd in ‘NEE’, of in variaties daarop. Met grote gevolgen: basaal vertrouwen verandert in basale angst, in wantrouwen, met een hoge spierspanning, met verlies van vitaliteit. En nog veel meer in vele gedaantes.
Veel hiervan kan (nog) onbewust zijn. En zo leven we dan verder met onze vertrouwde, ik-gerichte, overlevings-patronen, in een overtuiging dat dat is wie we zijn, deze beperkte versie van ons. Maar………vroeg of laat lopen we vast, we lijden eronder. Een verlangen kan ontstaan, naar verlichting van het lijden, naar bevrijding. Er is meer. We gaan op zoek.
Zo kunnen we bij een therapeut terecht komen. Hopelijk een mede-mens, die zelf weet heeft van  de worstelingen in het leven, die zelf ook door pijn heengegaan is,  die voorbij opleiding, scholing, protocollen en elektronische dossiers de mens ziet die tegenover hem zit.
Zo kunnen we ook terecht komen bij het Zen pad. Door alle uitingen van Zen loopt de gouden draad van direct ervaren zonder tussenkomst van. Hiertoe worden we continue uitgenodigd: in Zazen, in Kinhin, in Koans, in een gesprek met de leraar, in het reciteren van de Soetra’s, in rituelen. We leren de paradox van Zen kennen, en we leven ermee. We zitten doelloos, betekenisloos, eindeloos, én we beoefenen ook het ervaren van heelheid, heel-zijn, er ontbreekt immers niets, we zijn reeds compleet. We leggen ons toe op het ontwikkelen van grote geest, groot zelf, dai-shin. We zíjn ons lichaam, via ons lichaam laten we zien wie we zijn, en ook waar we verkrampt zijn, ons terughouden. Ofwel  te veel praten, veel plek innemen.  Kortom: waar en hoe we gevangen zijn in patronen. Ons licht niet kunnen laten schijnen. We zeggen dat Zen niet iets is om over te spreken, het is dat wat we direct ervaren. Zonder tussenkomst van.
Dat werd in therapie en/of opleidingen ook altijd van me gevraagd.  Met wisselend succes…………Het goede nieuws: (vrijwel altijd) is het vermogen om te openen, te verzachten, uit te reiken alsnog bereikbaar, aanspreekbaar, op te delven, te wekken. Echter: zonder pijn, zonder moeite, zonder moed, zonder doorzettingsvermogen gaat het niet……en ook niet zonder ander mens. Ik las een verhaal dat de verlichtingservaring van Boeddha mogelijk een reactie was op de hulp van een eenvoudige jonge vrouw, die met een emmer melk langs hem liep, zag hoe uitgemergeld hij op de rand van leven en dood verkeerde. Zij gaf hem de melk, hielp hem die te kunnen drinken. Zij zou daar straf voor krijgen, omdat dit de dagelijkse opbrengst was voor haar dorp. Zij was moedig: mede-menselijkheid, mededogen won het van de angst. Zij reikte uit en was er. Het verhaal vertelde dat dit zien, dit ervaren voor de Boeddha essentieel was voor zijn verlichtingservaring.

Wat is er nodig? Voor de een is geduld, zachtheid, aandacht, liefde nodig. Voor een ander kan (harde) confrontatie, kracht, vechten nodig zijn. En voor nog een ander graag allemaal.
Welk medemens kan dat bieden? En tot wie kan ik mij wenden? Meestal is het een weg van vallen en opstaan, dapper volhoudend. Van ontmoetingen met therapeuten, leraren die vanuit hun verschillende achtergronden, andere aspecten kunnen aanspreken, helpen ontwikkelen. De therapie weg begon ik vanuit het verlangen om andere mensen te helpen, verliep vervolgens  via het inzicht dat ik eigenlijk op zoek was om mezelf te (laten) helpen en leidde tot het besef dat ik pas werkelijk kon helpen door mijn eigen angst (niet goed-genoeg zijn, het niet goed doen, niet genoeg weten enz enz) te depasseren, voorbij ik-gerichtheid te komen. Zonder tot in de diepste vezels van mijn lijf  angst, eenzaamheid, rouw te durven voelen was me dat niet gelukt . Zonder hulp van een ander mens, die mij vasthield, had ik daar ook niet kunnen komen.
Daarna kon ik pas op mijn gemak zijn met niet-weten, met leeg zijn, met open en transparant zijn, in een blijvend proces. Daarnaast bescheidenheid ontwikkelend dat ik niet voor ieder ander de optimale therapeut kon zijn, dat gaf rust en ruimte om iemand door te kunnen verwijzen naar een ander soort therapeut, met een andere soort therapie in huis. 
Of te wijzen op het gaan van een spiritueel pad, de verschillende stromingen daarin mogen onderzoekend, de leraar vindend die je past. Zowel therapeuten als Zenleraren kunnen (deels) verblind zijn.
Een therapeut (h)erkent mogelijk niet dat de mens tegenover hem in existentiële nood is, daarbij hulp nodig heeft, die hij niet kan bieden, de wijsheid ontbeert om door te verwijzen. En die mogelijk ook nog het gaan van een spiritueel pad, het beleven van eenheids-ervaring, veroordeelt. Nou, wegwezen daar, zou ik zeggen.
Een Zenleraar (h)erkent mogelijk niet dat de mens tegenover hem weleens baat zou kunnen hebben bij therapie, omdat het verder gaan op het spiritueel pad zó gehinderd kan worden door de bestaande, diep opgeslagen overlevingsmechanismen, dat  die mens maar vast blijft zitten in zijn eigen gevangenis. Want ons pantser, ons masker kan zijn oorspronkelijke werk om te beschermen, te verdedigen niet makkelijk opgeven, loslaten. Hulp hierbij krijgend van een ervaren therapeut om zich in veilige verbondenheid weer te kunnen leren openen naar een ander mens, naar JA zeggen tegen het leven, zijn plek leren innemend, zijn lot kunnen dragend. Dat helpt, en wat mij betreft, mag dat helpen. Zen en Therapie, Zen of Therapie, Therapie en Zen, Zen-therapie?
Wie het weet, mag het zeggen. Ik wens een ieder een goede reis.
Marli Jifu Daigen Lindeboom, haptotherapeut en Zen leraar.
Noot 1: Anna Terruwe, 1911- 2004, bekend geworden door de door haar ontwikkelde bevestigingsleer.
Noot 2: Weliswaar kennen we de beschrijvingen van spontane verlichtingservaringen. Daar is al veel aan vooraf gegaan. De ervaring kan zo overweldigend zijn dat begeleiding erna nodig kan zijn. Of een lange weg van inkeer.