de belofte van thuisloosheid
De
belofte van thuisloosheid (Tokudo), Handel, 01-07-2016
Mijn
leven lang ben ik op zoek geweest naar verbondenheid, tot mijn 31 ste was dat
onbewust. Op
die leeftijd werd ik mij bewust dat ik iets miste, en ik ging op zoek. In de
opleiding haptotherapie, tevens in individuele therapie werd ik zeer regelmatig
geconfronteerd met mijn stoere buitenkant, makkelijk de leiding nemend met verantwoordelijk
werk en taken, maar daaronder lag drijfzand: een diep opgeslagen gevoel van onvermogen:
ik kan het niet, ik red het niet, ik hou het niet vol, eenzaam, verdrietig. Ik
was dapper, ik ging door. Ik
zocht steeds buiten me naar bevestiging en (het liefst diepe) verbondenheid. En
wat was ik gelukkig en vervuld als het er was en wat viel ik steeds weer in een
diep gat als ik het weer kwijt was. Ik voelde me zo dikwijls in de steek
gelaten, verwaarloosd. Naast het feit dat dat ook dikwijls zo was en geweest
was, had ik nog niet in de gaten, dat ik zelf de verbondenheid met het diepste
zijn nog niet kon bewaren, beschermen of terug vinden, laat staan hoe. Een
aantal momenten van een eenheidservaring hielpen en steunden me. Ze
overkwamen me, als een groot geschenk, raakten me diep en geholpen door een grote
intuïtie waren en zijn ze als bakens op mijn weg. Gedurende
vele jaren, in verschillende opleidingen heb ik het thema macht-onmacht (ik kon
het niet), overdracht (de anderen wel) en tegenoverdracht (als ik me weer eens
in de steek gelaten voelde), projecties enz enz ruimschoots doorgeworsteld met
vele tranen en woede uitbarstingen. Dat heeft me erg veel gebracht. Wat
bleef was een diep gevoel: Bij wie hoor ik nou toch? Zo
voerde mijn zoektocht me naar de opleiding familie-systemisch werk, waarbij als
eerste een basisattitude van niet-weten eigen gemaakt moest worden, wilde het
werk diepgang krijgen en voorbij het ego van de therapeut komen. Tevens erkennen
en toelaten van pijn van het leven, van het lot en niet willen, niet mogen en
niet kunnen oplossen. Wél
aanwezig blijven met een heldere geest, met een warm hart, er zijn voor het
systeem, maar niet erin terecht komen. Hier transformeerde mijn oude ík kan
het niet naar ík weet het niet, wat een opluchting was dat. Ik hoefde het
ook niet te weten, ik hoefde er alleen maar te zijn. Met
betrekking tot de vraag bij wie ik nou toch hoorde, werd het helder: een grote
afstand, n.l. aan de ene kant mijn vader, moeder, oudere zus en broer die allen
in Japanse POW (Prisoner of War) kampen gezeten hadden, dat allemaal diep weggestopt
hadden, er nooit over gesproken werd, soms wel, maar dan alleen in dappere
verhalen. Aan de andere kant ik als nakomertje in 1950, de hoop om het huwelijk
van mijn ouders te redden (niet gelukt) en levenslust vertegenwoordigend. De
vraag bij wie ik nou hoorde, leefde daarna niet meer. Vele,
vele jaren later las ik bij Maezumi Roshi in het leven waarderen, vrij
vertaald
.. We leven in voor- en
afkeuren = splitsen = dualiteit = goed/niet goed, is niet je eigen leven leven. We streven naar rust, verlichting, nirvana of wat dan ook
maar
..misschien denken we dat nirvana een plaats is waar geen problemen meer
bestaan, geen illusies. Misschien denken
we dat nirvana daar is, heel mooi, vredig, onbereikbaar. We denken dat
nirvana iets heel anders is dan ons leven. We moeten écht begrijpen, dat
nirvana hier is, mijn leven, hier en nu. In onze training gaat het erom de kloof te dichten tussen wat we
dénken dat ons leven is, zou moeten zijn, kan worden, als dit
..als dat
én ons
werkelijke leven, dit. In
1999 kreeg ik van een cliënte het boek van Zenleraar Nico Tydeman Dansen in
het duister en dat boek raakte mij diep. Die man wil ik ontmoeten, dacht ik.
En zo kwam ik in 2000 terecht bij Zen Rotterdam. De introductiecursus kon ik
niet volgen, want op mijn werkavond, dus ik deed weer een sprong in het
duister, zoals ik gewend was en dat mij inmiddels zoveel had gebracht: steeds
weer het bekende, vertrouwde loslatend, mijn loyaliteiten daarbij
doorworstelend, afwijzing riskerend en me daardoor niet laten weerhouden:
verder gaan op mijn weg. Er
was niemand die me verwelkomde, iets uitlegde, iets zei tegen me, dus ik keek
maar eens goed rond en volgde
..de stilte raakte
.Nico die zei bij de opbouw
van de juiste houding voor Zazen (zitten op een kussen):
het ademt, niet ik
Een
diep besef, realisatie: het gaat niet om IK, adem ís er, leven stroomt, mits
Ik me er niet mee bemoei. Alweer een opluchting
..Adem zoekt zijn weg, mits ik het niet tegenhoud,
blokkeer, regel, ingrijp, controleer. Adem zal via een ingenieus systeem van steeds
kleinere weggetjes zuurstof overal brengen waar mogelijk en koolzuur mee terug
nemen om weer uit te scheiden. Zo verbonden zijn we, geen scheiding Maar ook hier kan lijden (Dukkha) ontstaan zijn
bij het aller vroegste begin van ons leven, én op ieder moment. Het kán
overgaan, maar het kan ook blijven. En
.adem is direct verbonden met ervaren
.De eerste 1,5 jaar heb ik op advies van Nico
gezeten met Groot vertrouwen. Na
een aantal keer begonnen na zon 20 minuten de tranen over mijn wangen te
biggelen, ik liet ze gaan, was niet bezig met waarom, het voelde alsof mijn
masker verder afbrokkelde, dus ik was dankbaar. De tranen kwamen steeds eerder,
toen al bij de eerste gongslag, zou het nog eens ophouden??? Gretha zei:
Waarschijnlijk wel, het hoeft niet door te gaan. En zo was het ook. Het
gebeurde steeds minder, en als het weer wel zo was, werd het mij helder dat het
te maken had met weer wat van het masker opgezet te hebben (wil ik dan graag
weer weg, dus fijn als ik dat herken) of met pijn van het leven ervaren (dit
hoeft niet weg, mag blijven, compassie).Voor
mij werd het steeds duidelijker dat ik in mijn zoektocht steeds weer een thuis
vond in de fenomenologie. Zo dicht als mogelijk bij de pure ervaring, waarvan
ik de grote waarde inmiddels herkende en erkende. Zo kwam het dat ik de Zen als
heel nabij vond en het duidelijk was dat ik verder wilde op deze weg, Zen is iets waar je aan werkt terwijl je het
niets-doen beoefent Vele
jaren lang verbond ik mij toch nog niet werkelijk aan deze weg. Ik stond met
één been erin, en één been eruit. Zo legde ik mij niet vast (want wat krijg ik
het daar benauwd van) en zo kan ik altijd weer weg (ik was niet van plan om
mijn zo zorgvuldig, eindelijk verworven autonomie, op te geven). Zo ging ik ook
naar de eerste Sesshin met al die uren zitten in stilte. Ik beloofde mezelf dat
ik gewoon in het bos mocht gaan lopen, als ik dat wilde. Zo maakte ik weer
ruimte voor mezelf en bleek het helemaal niet nodig te zijn. Weer
verandering van aard
..Maar
ik besefte ook dat ik weliswaar de spirituele weg kan gaan, maar dat ik bij het
gaan van die weg ook hulp nodig had. Ik vroeg Nico of ik in zijn boekje mocht
staan. Dit heet Shoken, betekent letterlijk Ontmoeting en is de eerste
rituele bekrachtiging. Dit is een vraag
aan Nico of hij mijn leraar wilde zijn. Wij gaan samen iets aan, wat er ook
gebeurt. Ik
had natuurlijk mensen gezien met iets om hun nek, dat bleek een eigengemaakte
rakusu te zijn, een teken dat iemand de lekeninwijding (Jukai) was
aangegaan. Dat ga ik nooit doen, was mijn eerste gedachte. Maar hoe boeiend
toch, dat zitten op een kussentje in stilte, het niets-doen beoefenend, niets
willen veranderen, verbeteren, vasthouden, steeds weer teruggaand naar de
kracht diep in mijn buik en daarbij blijvend in het moment. Zoals Nico zei:
Zazen is als een steen in de vijver gooien. De kringen volgen en wat het
gevolg is, kun je niet weten. Wel kun je je voornemen om steeds weer te gaan
zitten, met een regelmaat. En als je eens geen zin hebt, kom dan toch. Voor de
anderen. Mijn
weerzin tegen de Jukai ceremonie verdween, ik werd wat nieuwsgierig en ineens
was er een verlangen me werkelijk te verbinden, de boeddhistische voornemens
te ontvangen waar Jukai voor staat. De vrijheid zat in mezelf, was niet
afhankelijk van uiterlijkheden en vormen. Weer bevrijding
..Tijdens
een voor mij ontroerende, rituele ceremonie op 11-12-11, waarbij ik vele keren
moest buigen, de voorschriften herhalend, kreeg ik de (door mijzelf gemaakte)
rakusu door Nico omgehangen en de prachtige naam Jifu, Japans voor Alles
doordringende compassie, bij me passend, en ook nog genoeg werk aan de winkel.
Het voelde alsof ik uit de kast was gekomen, ik was er heel blij mee. De
beoefening en het gaan van dit spirituele pad werd serieuzer, minder
vrijblijvend. Al bleef ik een ondeugende, ook wel wat luie Zen student
en
hield ik de Koan studie nog ver weg van mij, en met een geweldige smoes: ik had
immers een essentiële Koan van Hisamatsu gekraakt. Maar
de werking ging stug door en het besef dat mijn leven niet van mij is, maar dat
ik slechts dienstbaar kan zijn aan het leven, zette steeds meer door. Steeds
meer een holle buis wordend, waardoor het leven stroomt en dat zich uitdrukt in
Marli. En de ervaring dat het door dit besef niet zwaarder wordt, of meer
fatalistisch. Nee, integendeel. Het werd en wordt nog steeds lichter. Er komt
meer innerlijk gegrinnik als ik gedoe van meningen, gewaarwordingen, emoties
doorkrijg. Ook
al kan ik mij nog steeds erg druk maken (ik blijf tenslotte ook een heftig
voelende Marli) als in mijn perceptie essentie, inhoudelijkheid, affectiviteit,
zuiverheid lijdt onder buitenkant, onder aangepast gedrag, onder efficiëntie in
de maatschappij als ook in het beroep van GZ-Haptotherapeut. Maar steeds eerder
krijg ik het door, zie het gedoe van Ik, mij en mijn en kan weer loslaten. En
ik gun deze bevrijding oprecht aan ieder mens. Jaren
lang was Jukai mijn laatste stap, want ik was echt niet van plan om in zon
lang, zwart gewaad te gaan lopen tijdens Sesshins en andere officiële
gelegenheden. Hé, gegrinnik, daar is de weerstand, het verzet weer. Ik heb geen
ambitie om een officiële Zen leraar te worden, dus dan hoeft dat ook niet, zo
stelde ik mezelf gerust
Ik begon toch met mijn Koan studie bij Gretha, want ik
had mijn eigen smoes inmiddels ook wel fors door. Ik vond het spannend, die
Koans. Nou, dat is het ook en nog veel meer. Vooral ook erg fascinerend,
regelmatig frustrerend, zoekend, blij met een inzicht, teleurgesteld als ik
toch weer op een doodlopende weg ben, mijn geest oprekkend enz. enz. Ik ga
door, dat weet ik. Hoelang en hoever? Dat weet ik niet. Gewoon
maar afwachten, ik ben er niet mee bezig, ik ga door met Zazen, een betrokken
Sangha-lid zijn, andere activiteiten ontplooiend. En steeds meer integrerend. En
dan toch
tot mijn eigen verwondering
ontstaat het verlangen om een stap
verder te gaan. Ik realiseer me mijn bestaan als een onvoorwaardelijke gave. En
ik herken de geest die thuisloos is, nergens verblijft, geen vaste grond
heeft. Het leven zo wordt ruimer, groter, dienstbaar zijn, de optimale bijdrage
leverend die ik in me heb, bescheidener wordend (kan nog steeds meer
J), en ik ervaar
het lichter worden ervan, een Groot Vertrouwen. Niet meer in de naïeve zin
dat alles goed komt, maar dat ik mijn leven leef en het oprecht waardeer.
Mijn leven is niet beperkt door voorwaarden van goed en niet-goed maar het
leven stroomt door mij heen. Steeds meer verblijvend in het niet-weten, wat
een opluchting
..wat het leven niet vrijblijvend maakt overigens. Integendeel. Want het dienend worden en dienstbaar zijn
dringt steeds dieper door. En ik besef heel erg goed dat het steeds weer gaan
zitten op het kussen essentieel is voor het helder houden van dit besef, voor
het dieper doordrongen zijn hiervan, voor het dieper vestigen hiervan in mijn
wezen, in mijn buik, in Hara, mijn dragende midden. Ja,
er is sprake van hiërarchie, dat zich uiterlijk toont d.m.v. posities en kleding,
van het doorgeven van leraar naar leerling, maar de mens in die kleding weet
dat juist deze positie bescheidenheid en dienstbaarheid met zich mee brengt,
projecties van anderen herkennend en mee omgaand, zonder in de valkuil te
stappen van enige belangrijkheid. Hoe? Door steeds weer te gaan zitten op het
kussen, voorbij ik-mij-mijn in diepe stilte terecht komend. Het
Boeddhisme en dus ook de Zen weg van helemaal geen houvast meer hebbend
betekent een cultuur van het ontwaken. En totaal omarmend dat de enige
zekerheid in het leven die we hebben, is dat het eens zal ophouden. We zijn ons
hele leven bezig om daar niet mee te leven, we bouwen veel schijnzekerheid en
schijnveiligheid op en we blijven alsmaar zoeken naar troost: misschien gaan we
toch niet echt dood, blijft er iets voortbestaan. We kunnen ervaringen hebben
die daarnaar verwijzen. Die raken ons, tot in het diepst van ons hart en
wezen
en voordat we het ons bewust zijn, gaan we al weer invullen
.Shuke
Tokudo betekent voor mij om me ten diepste te verbinden met Ik weet het niet
en dat steeds weer terug te halen, zodra ik me bewust ben dat ik weer iets
vastleg. En jee, wat gebeurt dat toch regelmatig, bijna slinks soms. In
het relatieve bestaan van ons mens-zijn, is het noodzakelijk om een gezonde
ego-structuur op te bouwen en dat is vaak een hele grote, jaren en jaren
durende klus. Onder gezond ego versta ik niet te groot (opgeblazen) en ook niet
te klein (onderwaardering). Maar
vervolgens is het ook weer zo nodig om ten diepste door te krijgen, wat ons ego
doet met ons, hoe enorm vindingrijk en creatief het is, hoeveel trukendozen het
heeft enz enz (grinnik, grinnik, en ook grrrrr). Om het vervolgens weer los te
kunnen laten, zodat het leven stroomt, door de holle buis heen. En zich kan
uitdrukken in de tijdelijke vorm die Marli is: in de grote zee ben ik een
golfje, dat opkomt, vorm aanneemt en weer verzinkt in de grote zee. Zoals
Hisamatsu (1889 1980) het zo prachtig zegt in: GELOFTE AAN
DE MENSHEID (Hisamatsu Shin'ichi) Kalm en
evenwichtig: Laat ons ontwaken tot ons ware Zelf, mensen worden, vol van mededogen. Onze gaven ten volle ontplooien,
ieder volgens de eigen roeping in het leven. Ons bewust worden van de doodsstrijd persoonlijk en maatschappelijken de bron ervan onderkennen. De juiste richting ontdekken
waarin de geschiedenis zou moeten voortgaan en elkaar de hand reiken
zonder onderscheid naar man- of vrouw-zijn, zonder onderscheid naar ras, natie of klasse. Laat ons met mededogen de gelofte afleggen het diepe verlangen van de mensheid
naar bevrijding van haar ware Zelf werkelijkheid te doen worden en een wereld bouwen
waarin iedereen
waarachtig en in heelheid kan leven. Op 1 juli tijdens de Sesshin in Handel was het dan zover. Mijn drie kinderen Femke, Sanne en Thijs waren erbij en dat heeft mij (en ook anderen zag en hoorde ik later) diep ontroerd: hun onvoorwaardelijke bereidheid om er bij te willen zijn, omdat ze er weet van hebben hoe belangrijk deze weg voor mij is, het mij zo gunnen, hun overgave aan de inleidende Zazen periode, waarbij ze tegenover mij zaten en ik af en toe naar ze keek, trots op Fem, die duidelijk al wat ervaring heeft met mediteren, knipoogje naar San toen zij wat voorzichtig door haar ogen gluurde, grinnikend om Thijs die het duidelijk moeilijk kreeg na zon 20 minuten, wat genoot ik ervan, het voelde zo intiem. Ik had ze ruim van te voren een iets andere versie van het bovenstaande gestuurd, we hadden het er nog een keer over gehad, ze stonden open voor de ervaring. Gretha leidde de Shokudo ceremonie voor het eerst, zó dierbaar, samen en dichtbij. Leo was de hoofdmonnik, die mij de kleding aan moest doen, wat van mij vroeg om me er niet mee te bemoeien, samen grinnikend. En de aandacht van alle Sesshin gangers om ons heen. Dank jullie wel, ik heb jullie oprechte aandacht zo gevoeld. Veranderde er iets daarna? · Ja, ik heb keuzes gemaakt om werkelijk meer tijd te besteden aan Zazen en lezen van Zen literatuur, en ik verkeer in de gelukkige omstandigheden dat dat ook kan. Ik voel compassie voor alle jonge mensen in de fase van hun leven met een jong gezin, volop werk, sociale contacten enz, die daar ook naar verlangen maar er minder ruimte voor hebben. · Ja, ik ben nog rustiger, kan er enorm van genieten, als ik alleen ben, want tijd voor Zazen, voor lezen, wandelen, vogels kijken, in het moment zijnd, belevend. Wat heerlijk dat de pijn van het geen partner meer hebben, zich nog maar zo weinig aandient. En als het er wel weer even is: ik weet nu de weg naar verbondenheid, de troost van de thuisloosheid. Moustakas, een fenomenoloog, schreef in 1994:De onvermijdelijk en oneindige eenzaamheid van de mens is niet alleen een verschrikkelijke eigenschap van het menselijk bestaan, maar eveneens een instrument door middel waarvan de mens nieuw mededogen en schoonheid beleeft. Het is deze verschrikking in eenzaamheid die nieuwe zintuigen doet ontwaken en het mogelijk maakt diepe kameraadschap en stralende schoonheid te ervaren. Pogingen om de existentiële eenzaamheid te overwinnen of te ontvluchten kunnen slechts uitmonden in zelf vervreemding. Wanneer een mens van een fundamentele levenswaarheid verwijderd raakt, ontneemt hij zich een belangrijke mogelijkheid tot zelfontplooiing. In absoluut eenzame momenten doorleeft de mens waarheid, schoonheid, natuur, eerbied en menslievendheid. Eenzaamheid stelt de mens in staat terug te keren naar een leven samen met anderen; met hernieuwde hoop en levenskracht, met grotere toewijding; met dieper verlangen om te komen tot een gezonde oplossing van problemen en geschilpunten en met de mogelijkheid van een eerlijk waarachtig leven met anderen. Men kan een antwoord vinden hier te leven en nieuwe waarden om naar te streven. Het is de onthulling van iets volkomen nieuws.· Ja, tijdens mijn vakantie, lezend in Zentraining van Katsuki Sekida, voelde ik ineens alsof de vaste grond onder mijn voeten verschoof, n.a.v. een inzicht, daarmee een eerder genomen besluit, onderuit halend. Verwarring alom waar komt dat nu ineens vandaan?? Ik mailde erover met Gretha, die fijntjes terugmailde: thuisloosheid gaande .?? O ja, natuurlijk, weer mogelijke verandering, laat maar los, weer rust en vertrouwen. Nou, nog niet ineens, wel na wat innerlijk gegrinnik en weer Zazen, en wachten. Het moge duidelijk zijn dat het beoefenen van deze weg een lange is. En een weg die gepaard gaat met vallen en opstaan. Net als de eerste pasjes van een klein kindje, zo beweeg ook ik mij zoekend en struikelend door het leven. Regelmatig in een valkuil stappend, maar gelukkig dit ook steeds eerder herkennend en er ook weer uit kunnen komen, terug naar stilte. Ik voel me daarbij diep dankbaar aan mijn eigen moed om steeds op zoek te zijn gegaan en te blijven gaan. Om weerstand niet als waarheid te zien, maar te durven onderzoeken, steeds dieper in mijn geest, en ook als het me helemaal niet bevalt wat ik nu weer van mezelf zie en tegenkom. Om (schijn)veiligheden los te durven laten, het onbekende aan en in te gaan, om te beschermen wat essentieel voelt voor mij, niet afhankelijk van de vorm en desnoods met het tweesnijdend zwaard, ook als het weer pijn doet en ik afwijzing voel. Thuisloos zijn En ik voel me dankbaar aan mensen om me heen, met wie ik zoveel gedeeld heb en van wie ik hou: kinderen, schoon- en kleinkinderen, familie, (Sangha)vrienden en leraren, inclusief díe leraren die het me heel moeilijk gemaakt hebben! Tot slot nog een couplet uit het al eeuwen oude gedicht Verzen over de geest van vertrouwen van Sosan Zenji (526 606) De weg is volmaakt als onmetelijke ruimte waarbinnen niets ontbreekt en niets overbodig is. Werkelijk, omdat wij steeds weer het een aanvaarden en het ander afwijzen, zien wij de ware aard van de dingen niet. Leef noch verstrikt in uiterlijke zaken, noch met een innerlijk gevoel van leegte. Wees gelijkmoedig binnen de eenheid van alle dingen en zulke onjuiste denkbeelden verdwijnen vanzelf. Als je probeert activiteit tot rust te brengen om tot passiviteit te komen, zal juist je poging daartoe je met activiteit vervullen. Zolang je of tot het een of tot het ander overhelt, zul je nooit eenheid kennen.